Voor een man die over een maand moet aantreden als Guatemala’s nieuwe president, maar nu al mikpunt is van ‘een poging tot staatsgreep’ oogt Bernardo Arévalo weliswaar vermoeid, maar ontspannen. „Het zijn knettergekke dagen”, zegt hij tijdens een vraaggesprek in zijn tijdelijke kantoor in de zakenwijk van Guatemala-Stad. „Het is elke dag wakker worden en je afvragen: wat hebben ze nu weer bedacht?”
De zittende macht laat de 65-jarige socioloog, schrijver en ex-diplomaat namelijk niet zomaar aantreden. Na een campagne waarin hij beloofde het door-en-door corrupte Guatemalteekse staatsapparaat op te schonen, werd hij in augustus met 60 procent van de stemmen overtuigend gekozen als president, een van de meest linkse sinds de terugkeer van de democratie, in 1985. De zege van de anti-corruptiekandidaat vormde een opmerkelijk lichtpuntje in een regio die al jaren democratisch in verval is.
Maar al sinds hij eind juni tot veler verrassing nipt doordrong tot de tweede ronde van de presidentsverkiezingen proberen een vijandig Openbaar Ministerie (OM) en Congres hem nog pootje te haken. Ze willen hem zijn immuniteit afpakken en zijn sociaal-democratische partij Semilla (Zaadje) verbieden. Ze joegen kritische juristen, journalisten en rechters aan het Electoraal Hof het land uit en pogen de uitslag zelfs na de officiële validatie nog ongeldig te laten verklaren op basis van gefabriceerde beschuldigingen van fraude en illegale partijfinanciering.
Al is het adventstijd in het katholieke land met zeventien miljoen inwoners, veel burgers tellen vooral af naar 14 januari 2024, de dag van de presidentiële machtsoverdracht. Het is niet alleen de presidente electo die een dreigende ‘staatsgreep’ ontwaart. Ook regionale grootmachten Verenigde Staten en Brazilië, de pan-Amerikaanse landenclub OAS, de VN- mensenrechtencommissaris en Europese regeringsleiders en de hoge buitenlandvertegenwoordiger veroordelen de jongste aanvallen op de Guatemalteekse democratie met deze term.
De ‘putschisten’, zegt Arévalo, zitten vooral bij het OM en het Congres, maar ook binnen de regering en in zakenkringen. Hij noemt Guatemala „een staat die gekaapt is door corrupte netwerken. Aanvankelijk werkten ze zich binnen bij de politieke partijen en van daaruit hebben ze zich de verschillende staatsinstituties toegeëigend om de corruptie en de straffeloosheid te laten tieren. En de afgelopen jaren hebben we ook gezien dat iedereen die daar een gevaar voor vormt, politiek vervolgd wordt. Aanklagers, advocaten, rechters, journalisten zijn opgesloten of in ballingschap gedwongen.”
De paniek bij de zittende macht verrast hem evenwel niet. „Het zijn de daden van een groep die wanhopig is. Ze hebben er niet om gemaald hun huis op orde te brengen. En nu is er ineens een andere groep waarmee de corruptos géén dealtje kunnen sluiten. Want wij gaan geen zaken doen met de corrupten. Dus hen rest niets anders dan deze wanhoopsdaden.”
Protestkamp voor het OM
Zijn tegenstanders spelen wel met vuur. De afgelopen jaren ontplofte de volkswoede over de schaamteloze corruptie in een van de armste landen van Latijns-Amerika al meermaals. Arévalo’s partij bijvoorbeeld komt voort uit de Guatemalteekse Lente van 2016, toen er wekenlang massaprotesten waren tegen de zoveelste corrupte president. Als beweging en latere politieke partij genoot Semilla lang vooral sympathie onder jongeren en de stedelijke (hogere) middenklasse.
Sinds Arévalo’s doorbraak in de eerste kiesronde heeft ook de gemarginaliseerde Maya-bevolking zich achter hem geschaard. Terwijl Semilla weinig inheemsen telt en hun aloude achterstelling niet tot apart campagne-onderwerp maakte, gaan Maya-groepen momenteel voorop in het protest tegen de pogingen de stembuszege nog teniet te doen. In oktober blokkeerden ze wegen en legden het land plat. Die blokkades hieven ze na bemiddeling van Arévalo en de Amerikaanse ambassade pas na weken van chaos weer op.
Er is nog wel een inheems protestkamp voor het OM en de graffitileuzen op dat kolossale betonnen gebouw (en elders in de hoofdstad) liegen er niet om: ‘Hierbinnen eten ze poep’, ‘Weg met de putschisten’, ‘We fikken het OM af’, ‘Nee tegen de coup’. Als Arévalo niet mag aantreden, klinkt het in het kamp, zouden de protesten wel eens niet geweldloos kunnen blijven.
Een van de protestleiders is Luz Emilia Ulario, een Maya-burgemeester. Ze denkt dat de inheemse bevolking Arévalo omarmd heeft, omdat zij het meest te lijden heeft „van de uitholling van de overheid door de corrupten”. Zeker sinds de pandemie is de zorg verder ingestort, zitten scholen zonder middelen. „Er zijn geen schriften, de schoolmaaltijden komen niet. En dat alles omdat de politici en de leveranciers corrupte dealtjes sluiten en de prijzen opjagen.”
Nu hebben vóór Arévalo veel meer presidentskandidaten beloofd schoon schip te maken. „Hij boezemt echter vertrouwen in, omdat we ons zijn vader nog herinneren”, zegt Ulario. Juan José Arévalo werd in 1945 tot president gekozen direct na een succesvolle revolutie tegen de militaire dictatuur en voerde enkele belangrijke liberale hervormingen door, waar vooral de inheemse bevolking van profiteerde.
Zijn sociaal-democratische opvolger Árbenz werd in 1954 echter verjaagd bij een militaire interventie van de Amerikanen die in hem een communist zagen. Guatemala werd weer een dictatuur en zou tussen 1966 en 1996 in een slepende burgeroorlog belanden, met zeker tweehonderdduizend doden, waarbij vooral de Maya-bevolking slachtoffer werd van een genocide onder het mom van anti-communisme.
Amerikaanse steun
Driekwart eeuw nadat zijn vader president werd, zijn het uitgerekend de VS die nu helpen Arévalo’s stembuszege overeind te houden. Vooral Washington treft al jaren gerichte persoonlijke sancties tegen politici, aanklagers en zakenlieden vanwege alle corruptie. En in reactie op hun pogingen Arévalo uit het paleis te houden, voert Washington de druk verder op. Vorige week trok de regering-Biden de visa van bijna driehonderd Guatemalteken in, onder wie ruim honderd Congresleden. Voor een elite die gewend is weekendjes naar Miami te vliegen en haar kroost laat studeren aan Amerikaanse universiteiten is dat een pijnlijke straf.
Gevraagd of de VS hiermee een historische schuld inlossen, antwoordt Arévalo ontkennend. Hij legt de oorzaak van Guatemala’s huidige problemen niet zo ver terug, maar eerder bij de gebrekkige uitvoering van de vredesakkoorden van 1996. „Voor ons is het glashelder dat dit een andere eeuw is, een ander moment. Het blijft een strijd voor de democratie, maar in totaal andere context.”
Lees ook
De onaantastbare elite van Guatemala
Naast armoede en klimaatverandering, zijn de criminaliteit en corruptie belangrijke redenen voor Guatemalteken om hun land te verlaten, ziet Arévalo. „De drugshandel is een van de drijvende krachten achter de corruptie. De Staat heeft in sommige grensregio’s van Guatemala de controle al verloren. De drugshandel neemt het lokale bestuur over en dat bedreigt het hele politieke systeem.”
De VS hechten extra aan het overeind houden van Guatemala’s democratie, nu ze elders in Midden-Amerika de afgelopen jaren partners verloren. In Nicaragua heeft de oude sandinist Daniel Ortega zijn land veranderd in een politiestaat en alle oppositie kaltgestellt. In El Salvador heeft ‘millennial dictator’ Nayib Bukele de hele trias politica naar zich toegetrokken, vooralsnog met brede instemming van de bevolking, omdat hij de bendes snoeihard aanpakt. En ook in Honduras vertoont presidente Xiomara Castro autoritaire trekken.
Arévalo, die in de jaren negentig ambassadeur was, is diplomaat genoeg om de autocratische tendens niet alleen bij de buren te signaleren. „De democratie beleeft wereldwijd niet een van haar betere tijden. Niet alleen in Midden-Amerika, niet alleen in Latijns-Amerika, maar overal. De democratie moet zich herbezinnen en de weg omhoog vinden.”
Leeslijst